Infrastructuur

Oefencomplex voor industriële brandbestrijding

Als er iets is waar we mee kunnen uitpakken, dan is het wel onze indrukwekkend locatie! Het uitgestrekte terrein van meer dan 37 ha is het ideale decor voor realistische scenariotrainingen. Onze meest recente realisatie is het oefencomplex voor industriële brandbestrijding.

De provincie Antwerpen heeft de meeste Seveso-bedrijven op haar grondgebied. Daarom investeerde de provincie Antwerpen op Campus Vesta in een nieuwe oefeninstallatie voor zware industriële brandbestrijding. Brandweerkorpsen en bedrijfsinterventieploegen moesten in het verleden naar het buitenland voor het trainen op de bestrijding van grote industriebranden.

Vanaf 2022 kan dat ook op onze tweede oefenplaat met nagebootste chemische fabriek in Ranst. Ons oefencomplex, met onder meer een drie verdiepingen hoge staalconstructie, is uniek voor ons land. De nieuwe bouwkundige infrastructuur moet een weerspiegeling zijn van een reële industriële site. Belangrijke onderdelen zijn een pijpengracht, een leidingenbrug, een tankpark en een controlepost. Later komen daar nog een opslagmagazijn en een verlaadstation bij.

Kubus in staal

Het paradepaardje van het industriële oefencomplex is de 18 meter hoge en drie verdiepingen tellende proceseenheid. Het is een open kubus in staal waar op diverse plaatsen en verdiepingen brandhaarden kunnen worden geënsceneerd en waarvoor verschillende oefenscenario’s zijn uitgewerkt. Elk oefenscenario bestaat uit een combinatie van branden.

Doelstelling is de beeldvorming van complexe industriële branden in een staalstructuur te oefenen.

De staalconstructie heeft twee verschillende soorten traphallen: een open staaltrap en een halfopen betonnen trap met een voldoende grote brandweerstand als vluchtweg.

Pijpengracht

De pijpen- of leidingengracht bestaat uit een verdiepte kuip in beton met zes leidingen over de volledige lengte van de gracht. Aan elke zijde van de loopbrug kan een brand worden geactiveerd.

Beide brandhaarden hebben een andere ondergrond om blussing op verschillende ondergronden te kunnen simuleren. Afhankelijk van het scenario gebeurt dat aan de kant met vlakke, betonnen ondergrond of aan de kant met een ondergrond van los gesteente (grind).

De doelstelling van de branden in de industriële leidingengracht is om de verschillende stappen van brandbestrijding in pijpleidingen te herkennen en om blussing op verschillende ondergronden te kunnen simuleren. Buiten de gracht is een valve waarmee de brandstoftoevoer (lpg) manueel kan worden uitgezet als onderdeel van de oefening.

Het bluswater wordt vanuit de gracht opgepompt naar het bufferbekken voor de waterzuiveringsinstallatie.

Leidingenbrug

De leidingenbrug is een verhoogde open stalen constructie die de verschillende delen van de oefeninfrastructuur verbindt. Het scenario aan de leidingenbrug bestaat uit slechts één brandhaard.

Het doel is om een (flens)brand op een moeilijk bereikbare locatie en hoogte te leren aanvallen. De cursist moet in dit geval een afsluiter dichtdraaien om de brandstoftoevoer (lpg) te stoppen, terwijl er koeling wordt voorzien.

Tankpark

Voor het tankpark werd een inkuiping op de bestaande betonplaat gebouwd. Hierin werden drie zones voorzien: twee tankzones en een zone voor pompen.

Elk oefenscenario omvat slechts één brandhaard. Mogelijke oefenscenario’s zijn: een full-surface brand (volledige oppervlaktebrand), een rim-seal brand (afdichting die brandt), een brandende tank met opengescheurd dak, een lek aan de pompenput of een lek aan de opvangbak van de grote tank. Er wordt gewerkt met kookpuntbenzine en lpg. De drie tanks zijn voorzien van een sprinklersysteem.

In het tankpark wordt geoefend op de beeldvorming van branden gerelateerd aan de opslag van brandbare vloeistoffen, het voeden van een vast beschuimingssysteem met schuim/watermengsel en het toepassen van mobiele schuimmonitoren.

In de wanden van de inkuiping worden schuiven voorzien om bij brand de inkuiping af te sluiten en verdere uitbreiding te voorkomen. Dankzij de schuiven kan het regen- en bluswater naar de centrale afvoergoot in de bestaande betonplaat afvloeien om zo naar het bufferbekken voor de waterzuivering te worden gebracht.

Controlepost en technisch lokaal

Net buiten de bestaande betonplaat werd een controlepost gebouwd. Het gebouw omvat twee bouwlagen: een technisch lokaal op de benedenverdieping en een controlelokaal dat tevens dienst doet als uitkijkpost op de eerste verdieping.

Bovenop het bouwkundige is ook de technische uitrusting binnen het oefencomplex heel vernuftig. Zo kunnen de brandhaarden vanop afstand worden gecreëerd, gestuurd en beveiligd. De instructeurs zullen de veiligheid op het terrein dus kunnen verzekeren via afstandsbediening.

Technische hoogstandjes

Verder zijn er in de traphal van de kubus stijgleidingen naar de verschillende verdiepingen verwerkt en heeft elke tank in het tankpark een sprinklerinstallatie. Voor de rim-seal en de tankinkuiping is een vaste schuiminstallatie voorzien.

Milieubewust

Dankzij het gebruik van lpg en kookpuntbenzine voor de brandhaarden zal de impact op het milieu minimaal zijn. Voor het blussen gebruiken we, behalve water, fluorvrij blusschuim.

In de betonplaat bevindt zich een centrale afvoergoot waarlangs het regen- en bluswater naar het bufferbekken voor de waterzuivering wordt gebracht.

Om de oefensite zo waarheidsgetrouw mogelijk te maken, heeft Campus Vesta een groot deel van de industriële objecten gerecupereerd van bestaande installaties, die anders mogelijk zouden worden gesloopt. Onder meer LANXESS, Covestro, Vesta Terminals, BASF en Total Fina schonken enkele oefenobjecten, waaronder de reactor, tanks en pompen.

De gerecupereerde objecten hebben we aangevuld met dummy-replica’s.

Instructeurs

Een groep van 15 instructeurs industriële brandbe strijding werd opgeleid om les te kunnen geven in dit oefencomplex. De groep bestaat zowel uit private brandweerlui uit de industrie (BASF, Covestro, Total Fina, …) als uit mensen uit de publieke brandweerzones en vaste instructeurs die al opleiding IB1 gaven.

Eén van hen is Dirk Van de Waeter, instructeur op Campus Vesta. “Industriële brandbestrijding is mijn vakgebied”, zegt hij. “Maar het was toch een extra uitdaging om in dat nieuwe complex te leren werken. Gelukkig is een groot deel geautomatiseerd en moe- ten wij niet elke keer tot boven in de kubus klimmen om een brand aan te steken.”

Instructeur Frank Govaerts, die samen met Dirk Geens van Brandweer Zone Antwerpen de drijvende kracht is van het hele project, is heel enthousiast. “Ik ben meer dan 20 jaar geleden op de eerste oefenplaat begonnen als lesgever IB1”, zegt hij. “Ik ben klaar voor deze nieuwe uitdaging. Dit oefencomplex is op vele vlakken uniek.”

Grondlegger Chris Addiers, zonecommandant op rust van Brandweer Zone Antwerpen:

“Deze processite vlak bij de Antwerpse haven is een absolute meerwaarde”

“IB2 is een uniek project in de zin dat we het concept volledig zelf hebben ontworpen en bedacht”, zegt Chris Addiers, zonecommandant op rust van Brandweer Zone Antwerpen en de grondlegger van het nieu we oefencomplex.

“Het verhaal is eigenlijk zo’n 12 jaar geleden begonnen toen bleek dat het sevesofonds gekenmerkt was door gefragmenteerde budgetten die aan iedereen werden uitgedeeld zonder achterliggend concept. Met beide partijen – het bedrijfsleven als financierder van de sevesoheffing en de brandweer die optreedt als het fout loopt - werd gezocht naar een meerwaarde in het verhaal. Toen vanuit Brussel de opdracht kwam om de sevesogelden anders in te vullen en meer te groeperen in gerichte projecten, zijn we met Campus Vesta en toenmalig directeur Koen Milis op de kar gesprongen.”

Tegenkanting

Het project verliep volgens Chris Addiers zeker niet van een leien dakje. “Er moest veel worden onderhandeld, met bedrijven, andere brandweerscholen, brandweerkorpsen, politici… En er was wel wat tegenkanting, soms uit vreemde hoek.”

Nochtans leek de keuze voor de provincie Antwerpen voor de bouw van dit oefencomplex vrij evident.

“Het grootste deel van de sevesobedrijven met gevaarlijke stoffen situeert zich rond de Antwerpse haven”, legt Chris Addiers uit. “Onze haven is nog altijd een van de grootste petrochemische clusters van de wereld en de grootste van Europa.”

“De combinatie van petroleum en chemie in Antwerpen is uniek. De haven van Rotterdam is wel de mainport van aardolie. Met een pijpleiding vanuit Rotterdam trekken we olie binnen voor onze raffinaderijen, waar alle derivaten procesmatig worden verwerkt, zoals we hier op de oefensite proberen na te bootsen. Maar de Antwerpse cluster kenmerkt zich vooral door de aanwezigheid van de chemische nijverheid.”

“De oefeningen kunnen hier allemaal worden nagespeeld: koud en warm. Al dan niet met gasuitbraak of brand. Het oefencomplex is een compacte versie van een industriële plant. In een landelijke omgeving ga je een dergelijke training niet nodig hebben.”

Midden-Oosten

Volgens Chris Addiers was het ook noodzakelijk om in eigen land een oefensite te hebben om te trainen op complexe procesindustriebranden. “In het verleden werd vaak in Rotterdam geoefend. Maar dat was zo goed als onbetaalbaar omdat het om een privaat bedrijf gaat dat vooral gericht is op de grote olie-industrie. Dat de olie-industrie uit het Midden-Oosten daar komt oefenen, zegt genoeg.”

“Ik ben een tevreden man”, besluit Chris Addiers. “Het heeft veel tijd gekost, maar het mag er zijn. Dit industrieel oefencomplex is uniek en een absolute meerwaarde voor Campus Vesta. In België is het de enige mogelijkheid om op een middelhoog niveau aan industriële brandbestrijding te doen.”